Om de rentekosten zo laag mogelijk te houden dient er een goede balans gevonden te worden tussen optimalisatie op de korte termijn en de stabilisatie op de langere termijn. Financiering met een korte looptijd kan zorgen voor de laagste rentelasten, terwijl vanuit het oogpunt van lange termijn stabiliteit een financiering met een langere rentevaste periode de voorkeur heeft. De wet FIDO geeft twee richtlijnen voor het beperken van de renterisico's; het kasgeldlimiet de renterisiconorm.
Kasgeldlimiet
De kasgeldlimiet geeft de limiet aan voor de vlottende schuld van de gemeente. Deze limiet is vastgesteld op 8,5% van de totale begroting.
In 2019 was deze limiet voor de gemeente Stein afgerond € 5,3 miljoen.
Onderstaande tabel geeft de informatie weer met betrekking tot de kasgeldlimiet. De kasgeldlimiet laat vanaf het derde kwartaal een aaneengesloten overschrijding zien. Het aantrekken van een nieuwe vaste geldlening halverwege december 2019 zorgde vanaf dat moment voor een lagere netto vlottende schuld. Dit is gedaan om te voorkomen dat er nog langer sprake zou zijn van een overschrijding van het kasgeldlimiet.
Periode | Kwartaal 1 | Kwartaal 2 | Kwartaal 3 | Kwartaal 4 2019 |
Netto vlottende schuld -/- overschot vlottende middelen | 3.574 | 3.332 | 6.542 | 9.761 |
Kasgeldlimiet | 5.303 | 5.303 | 5.303 | 5.303 |
Overschrijding van kasgeldlimiet | - | - | 1.239 | 4.458 |
Ruimte tot de kasgeldlimiet | 1.729 | 1.971 | - | - |
Renterisiconorm
In de wet FIDO staat dat de renterisiconorm niet mag worden overschreden. Deze norm zorgt voor een opbouw van de leningportefeuille, waarbij het renterisico van renteaanpassingen en herfinanciering van geldleningen in voldoende mate wordt beperkt.
Er mag maximaal 20% van de langlopende geldleningen per jaar in aanmerking komen voor herfinanciering en renteherziening.
Hierbij wordt een onderscheid gemaakt tussen primaire en secundaire renterisico's. Primaire renterisico's betreft het gevaar van een ongunstige stand van de rente op het moment dat nieuwe leningen moeten worden afgesloten. Secundaire renterisico's betreft het niet kunnen profiteren van gunstige renteontwikkelingen.
Risico's loopt de gemeente dan ook bij een onevenwichtige verdeling van de portefeuille wat betreft de looptijden. Een portefeuille met overwegend kortlopende leningen kent een hoog primair risico en een overwegend langlopende portefeuille kent een hoog secundair risico.
Uit onderstaand overzicht blijkt dat in 2019 de renterisiconorm van de gemeente Stein niet overschreden werd.
(bedragen x € 1.000)
Stap | Variabelen Renterisico(norm) | 2019 |
(1) | Renteherziening op vaste schuld | 0 |
(2) | Netto nieuw aangetrokken vaste schuld | 12.000 |
(3) | Betaalde aflossingen | 5.889 |
(4) | Herfinanciering (laagste van 2 en 3) | 5.889 |
(5) | Renterisico op vaste schuld (1 + 4) | 5.889 |
(6) | Renterisiconorm (20% x vaste schuld per 1/1), excl. door verstrekte leningen woningstichtingen | 7.487 |
(7) | Ruimte onder renterisiconorm (6 – 5) | 1.598 |
Debiteurenrisico
Dit betreft het risico dat vorderingen op debiteuren niet kunnen worden geïnd en afgeboekt moeten worden. Ter afdekking van de risico's met betrekking tot debiteuren sociale zaken is voor een bedrag van € 918.764 een voorziening gevormd. De voorziening voor risico's met betrekking tot overige debiteuren bedraagt per 31 december 2019 € 145.000.