Opzet jaarstukken 2019
De jaarstukken 2019 volgt de wettelijke voorschriften en is daartoe opgebouwd uit een ‘jaarverslag’ en een ‘jaarrekening’. Het jaarverslag bestaat uit de programmaverantwoording en de paragrafen. De jaarrekening bestaat uit de balans en het overzicht van baten en lasten in de jaarrekening.
Centraal in het jaarverslag staan de volgende vragen:
- Wat hebben we bereikt?
- Wat hebben we daarvoor gedaan?
- Wat heeft het gekost?
Specifieke aandachtspunten bij de financiële overzichten bij de programma’s:
• Begroting na wijziging 2019:
Dit is de primaire begroting 2019 inclusief de mutaties van bestuursrapportage 2019, de slotwijziging 2019 en de overige, door de raad vastgestelde, begrotingswijzigingen in 2019.
• Verschillenanalyse:
Deze omvat een toelichting op hoofdlijnen van de afwijkingen tussen de begrotingscijfers 2019 na wijziging en de werkelijke cijfers 2019. Afwijkingen tussen de begroting na wijziging en de primaire begroting 2019 zijn al in eerdere rapportages belicht. Verschillen groter dan € 25.000 worden toegelicht
• Afrondingsverschillen:
In de tabellen worden de cijfers gepresenteerd in een veelvoud van € 1.000. Hierdoor ontstaan afrondingsverschillen in totaaltellingen, saldi en dergelijke.
• Gebruik minteken (-):
Het ‘-teken’ wordt gebruikt om aan te geven dat een cijfer nadelig is. Dit teken wordt echter weggelaten indien duidelijk is dat sprake is van lasten. Deze zijn namelijk per definitie nadelig.